Robbedoes

Robbedoes is een stripreeks die gestart is door de Fransman Rob-Vel in 1938. Rob-Vel is de schuilnaam van Robert Velter. In zijn jonge jaren maakte hij deel uit van de bemanning op transatlantische schepen zoals de Ile-de-France. Zijn functie daar kan je nog het best omschrijven als “piccolo” en het is dan ook dat uniform dat voor Robbedoes zal dienen. Maar het uitbreken van de oorlog zal de plannen van Rob-Vel door mekaar gooien : hij moet in dienst bij het Franse leger en verkoopt daarom de rechten op zijn stripfiguur. Jijé zal het stripfiguurtje overnemen.

De Robbedoes van Rob-Vel

De Robbedoes van Rob-Vel

Robert Velter komt echter nog terug in 1941. Hij heeft de veldslagen gelukkig overleefd en werkt weer mee aan avonturen. Maar in 1943 geeft hij er definitief de brui aan. Het wordt te moeilijk om stripplaten te sturten vanuit Frankrijk naar België. Jijé neemt Robbedoes over en geeft hem een nieuwe metgezel : Kwabbernoot.

Het is wachten tot 1947 vooraleer Franquin dit figuurtje onder zijn hoede neemt en Robbedoes de roem geeft die hij verdient. Zijn eerste album heet “De zwarte hoeden”, maar het gaat om 4 kortverhalen. Bij het volgende album gaat Franquin echt van start met zijn 2 striphelden en voegt er nog een ander stripfiguur aan toe. Het album “Er is een tovenaar in Rommelgem” introduceert de graaf van Rommelgem die heel geregeld in andere albums zal opduiken.

Daarna gaat het verder met het toevoegen van nevenpersonages die geregeld zullen opduiken : de journaliste Ijzerlijm (die in feite “Sofie” heet), het bijzondere diertje marsupilami, Wiebeling (de kwaadaardige neef van Kwabbernoot) en natuurlijk de grootheidswaanzinnige geleerde Zwendel. Het zijn de albums rond Zwendel waarmee Franquin de reeks afsluit. In “Hommeles in Rommelgem” wil een oud Z-man zijn ideel Zwendel redden. Dit laatste album van Franquin dateert van 1968.

In dat jaar neemt Fournier de reeks over. Hij begint met de goudmaker waarin hij naast Robbedoes en Kwabbernoot ook de oude bekenden graaf van Rommelgem, Zwendel en Wiebeling tekent. Fournier brengt ook een nieuw personnage naar voor, de Japanse geleerde Itoh Kata. Op 12 jaar tijd tekent hij negen albums.  Met de twee albums rond Kodo de tiran sluit Fournier zijn bijdrage af. Het is dan weer tijd voor iemand anders.

Nic Broca, versterkt door de scenarist Cauvin (van ondermeer “de Blauwbloezen”) zorgen voor een aantal albums, echter zonder zware indruk te maken. Het is pas met de komst van Tome en Janry dat de reeks een verjongingskuur ondergaat en een nieuw elan krijgt.

Het werk van Tome en Janry benadert nog het beste het werk van Franquin, zowel op vlak van verhaallijn als tekenstijl. Ze beginnen hun bijdrage aan de reeks met “virus”, waarin kapiteitn John Helena, een nevenfiguur van de reeks, terug wordt opgevist. Het dubbelalbum “de komeet van de tijd” en “de terugkeer van Z” schetst een toekomst met nazaten van de graaf van Rommelgem en Zwendel. Tome en Janry creëren ook een nevenreeks met “kleine Robbe” waarin de schooljaren van Robbedoes uit de doeken worden gedaan. Ze laten “Robbedoes en Kwabbernoot” voor wat het is en concentreren zich op de nevenreeks “kleine Robbe”. Hun laatste album is “als in een droom” en wijkt heel sterk af van wat ze daarvoor gedaan hebben. Vooral de tekenstijl maar ook de inhoud was bijzonder origineel, maar het heeft Tome en Janry ook kritiek opgeleverd. Misschien de reden waarom ze daarna geen albums meer hebben getekend.

We moeten wachten tot er een nieuw duo opduikt : Morvan en Munuera. Hun eerste album “Parijs onder de Seine” brengt een oude jeugdliefde van de graaf van Rommelgem naar voor. De tekenstijl gaat nog meer richting manga in “Robbedoes en Kwabbernoot in Tokio”. Daarna halen Morvan en Munuera Zwendel terug van stal in de albums “terug naar Z”. Zwendel speelt ook een rol in het daaropvolgende album “alarm ! Zwendeltuig !” van Yoann en Vehlmann, die de fakkel overnemen.

Plaats een reactie